Posted on Leave a comment

Ai, Marieke! (4)

Op een ochtend ging de telefoon en voordat ik wat had kunnen zeggen hoorde ik de woedende stem van Madame C., de eigenaresse van het BDSM-huis waar ik tijdelijk gewerkt had als bedrijfsleider.

‘Mooie vriendinnen hou jij er op na! Die Marieke van jou heeft vijfhonderd Euro uit de kast gejat! Ik heb haar op staande voet ontslagen en dan heeft die trut ook nog het lef om dat te ontkennen en per aangetekende brief de rest van haar salaris plus vakantiegeld op te eisen. Dit is jouw probleem, Van der Kamp, dit ga jíj oplossen!’

‘Hoezo mijn probleem? Ik heb haar in geen weken gezien en weet je wel zeker dat je dat geld niet zelf ergens weggestopt hebt?’

Een vreemde vraag was dat niet, want Madame C. had overal in het pand haar plekjes om zwart geld te verstoppen en helemaal mentaal stabiel was ze nu ook niet sinds ze zich middels 46 operaties en ontelbare illegale hormoonkuren had laten omvormen van een dikke man die in de verkoop werkte tot een zo mogelijk nog dikkere vrouw die een BDSM-huis runde.

Niet dat ze echt zoveel met BDSM had, overigens.

De meeste sessies wees ze af. Het enige waar ze voor uit haar fauteuil kwam was het door haar in het leven geroepen ‘slavenwerpen’ waarbij ze een slaaf in de speciaal daarvoor geprepareerde achtertuin met gemak drie of soms zelfs wel vier meter door de lucht gooide. Sterk was ze wel, die Madame C.

Ik zat er even over na te denken en ik kwam tot de conclusie dat het telefoontje van Madame C. misschien een slimme zet van haar was. Ze kende me goed genoeg om te weten dat ik nu een prachtige aanleiding had om naar Antwerpen te gaan om Marieke dan maar dat geld uit eigen zak te gaan betalen. Zo’n sukkel was ik wel. Madame C. bespaarde zich daar bovendien een hoop juridisch gezeur mee.

Dat er geld verdwenen was op de wacht van Madame C. was sowieso ondenkbaar. Een grotere vrek was ik in de BDSM-wereld nooit tegengekomen. Ze stopte al het geld dat binnenkwam in haar handtasje en die hield ze de hele dag stevig met twee handen vast als een toeriste uit Drenthe die voor het eerst Amsterdam bezocht.

Ik besloot Marieke te bellen. Nog meer hysterie. ‘U ziet mij niet graag. Uw hart is er niet bij! Ik heb u gemist! Maar u neemt nooit contact op!’

Zuchtend verbrak ik de verbinding na haar verzekerd te hebben dat ik haar restsalaris en vakantiegeld persoonlijk zou komen brengen.

Dat persoonlijk brengen was niet echt nodig natuurlijk. Ik had het geld kunnen overmaken, maar ik bedacht me dat ik – als ik mezelf meer verdriet zou willen besparen – Marieke beter kon uitleggen dat ik niet verder kon gaan met haar. Argumenten had ik immers genoeg. Het grote leeftijdsverschil. Dat we beiden dominant waren, dat ik liever mijn bedrijf en mijn studio wou behouden. Het was ook wel zo beschaafd om dat haar onder vier ogen te melden.

Ik belde de huisslaaf van het BDSM-huis privé op en die was gaarne bereid me naar Antwerpen rijden. Twee dagen later zoefden we al over de kaaien van Antwerpen op weg naar de fontein op de Grote Markt waar ik met Marieke had afgesproken. De slaaf was geen held met navigatie. Heel Antwerpen hebben we gezien en twee uur te laat kwam ik bij de fontein aan.

Daar liep ze dan. Ik moest gewoon even stilstaan om te kijken hoe ze haar rondjes om de fontein bleef lopen. Ik had me kunnen bedenken dat de meeste mensen wel wat langer bereid zijn te wachten als het om het geld gaat, maar in plaats daarvan was ik ontroerd. Diep ontroerd.

Na een warme omhelzing besloten we aan een tafeltje op het terras plaats te nemen. Ik schoof haar de envelop met geld toe.

‘U moet eerlijk zijn,’ zei ze, ‘dit geld komt toch niet van u?’

‘Cross my heart and hope to die. Nee, dit komt van Madame C. Maar we moeten wel praten, Marieke…’

‘Ik heb dat geld niet gestolen!’

Ik zuchtte. ‘Daar gaat het nu niet om. Het gaat over ons. Dit gaat zo niet langer meer. Ik denk alleen nog maar aan jou en ik heb een bedrijf en een vaste partner. Ik ben dertig jaar ouder dan jij. Vroeg of laat gaat een van ons hieraan kapot.’

Even zat ze daar stil met een gezicht dat nog bleker leek te worden dan eerder en daarna klapte ze brakend voorover in mijn schoot, alsof iemand ongezien met een honkbalknuppel op haar achterhoofd had geslagen. Ik zat helemaal onder. Ik had geen kledingstuk meer aan dat niet onder haar braaksel zat.

Zij rende overstuur naar het toilet en ik probeerde me vergeefs zelf wat op te kalefateren met servetjes. Ik vervloekte mezelf nu dat ik, om alle verleidingen te weerstaan toch bij haar te blijven slapen, geen schone kleren had meegenomen.

De rest van de gebeurtenissen lag voor de hand. Braaf liep ik aan Marieke’s hand naar haar kleine studentenwoning en daar liet ik haar mijn kleren uittrekken die ze in de wasmachine deed. Ik stapte onder de douche en ik hoorde de deurbel gaan. Er kwamen kennelijk wat vrienden op bezoek, want ik hoorde flessen opengetrokken worden en gelach.

Ik keek naar mijn lichaam in de spiegel van de badkamer en vroeg me af hoe die vrienden mij zouden zien, gekleed in niets meer dan een handdoek. De nieuwe minnaar van Marieke is een vieze, oude man met een buik. Gelukkig kwam het niet zover. Marieke wist me via een gangetje naar haar slaapkamer te loodsen, waar ik zo diep als ik maar kon onder de dekens kroop en in een diepe slaap viel. Bij mijn ontwaken stond er een fles Stolichnaya wodka op het nachtkastje.

Ik vroeg me af of die fles er misschien al die tijd al had gestaan, maar ik besloot snel dat drinken beter is dan tobben. En ja, natuurlijk bleef ik bij haar. Ik zou willen dat ik dit verhaal zou kunnen afsluiten met een happy ending, maar na een paar maanden heen en weer gereisd te hebben tussen Antwerpen en Amsterdam was ik mijn wederhelft en mijn bedrijf kwijt. Een paar maanden later ook mijn studio en mijn woning.

Bedroefd door de vele verliezen in mijn leven toog ik naar Antwerpen om Marieke te vertellen dat ik nu geheel vrij was, maar de sleutel paste niet meer in het slot van haar voordeur. Een ander vriendje was bij haar ingetrokken. Een normaal vriendje, eentje van haar eigen leeftijd en zo onderdanig als een deurmat.

‘Ik ben een slechte vrouw,’ zei ze, toen ze me na mijn aanhoudend aanbellen toch binnen had gelaten.

Ik dacht even na en zei: ‘Je bent geen slechte vrouw, je bent een briljante vrouw. In het spel lukte het je niet om me onderdanig te krijgen, maar kijk me nu eens aan. Er is toch echt helemaal niets meer van mij over.’

[ Deze bijdrage werd eerder gepubliceerd op thekinkyweb.nl ]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *