Vaak weet ik niet wat ik moet zeggen wanneer mij gevraagd wordt wat ik doe, want ik rommel heel wat af in de kunsten. De laatste anderhalve week was ik systeembeheerder. Voor de god mag weten hoeveelste keer in zestien jaar heb ik mijn sites verhuisd naar een andere server.
Verhuizen is nooit leuk. In het dagelijks leven niet en op het Internet al helemaal niet. Geen kratjes bier met vrienden en bekenden als alles uitgeladen is. Wat vroeger nog op twee floppies stond en desalniettemin goed was voor duizenden zoekresultaten past nu bijna niet meer op mijn harde schijf. Dat mocht ik allemaal braaf uploaden naar de andere kant van de wereld. Lekker ouderwets, alsof ik nooit van een migratieknop had gehoord.
Statusbalken, statusbalken. Ik moet er gewoon naar kijken, als een konijn in de lampen van een stroper. Wat gaat alles dan tergend langzaam! Aan het einde van zo’n week ben ik psychisch zo murw dat ik alleen nog maar plafond wil zien, terwijl het eigenlijke gezeur nog moet beginnen; het oplossen van de tientallen kleine problemen ontstaan door compatibiliteitsverschillen met oude en nieuwe server.
Het ergste zit er inmiddels op, maar mijn twee betaalsystemen werken niet meer. Dat vereist veel contact met helpdesken.
Als u zich stoort aan de gemiddelde loketbediende bij overheid of bedrijfsleven, dan zou u een uurtje of wat in een chat-schermpje moeten vertoeven met een vertegenwoordiger van een Amerikaanse payment provider. Hold on, sir. Just one more second, sir. Just checking, sir. Niets wordt geregeld voordat er dagen en dagen verstreken zijn.